Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [22]hij riep [23]de poortiers; en zij deden de boodschap binnen in het huis des konings. 22. Te weten de stadsportier, die de voorwacht had. 23. Te weten zijn metgezellen, die met hem de wacht aan de poort hielden; of de portiers van het huis des konings. Anders, de portiers riepen uit.